pestactieplan
Elk een vinger in het ‘Pest Actie Plan’.
Samen sterker tegen pesten.
- Inleiding
- Wat is plagen en wat is pesten?
- Ruzie maken mag?
- Waar en wanneer wordt gepest?
- Hoe gebeurt pesten?
- Beeld van de betrokkenen
- Vooroordelen rond pesten
- Signalen van slachtoffers en pestkoppen : hoe identificeren?
- Gevolgen van pesten voor slachtoffer en pestkop
- Concreet uitgewerkt plan
- Adviezen aan ouders
- Tips voor in de klas : documentatie, websites
- Inleiding : elk kind draagt er sporen van
Slachtoffers van pesten hebben het in de school erg moeilijk. Angst, verdriet en eenzaamheid zijn voor hen dagdagelijks terugkerende gevoelens. Soms wordt het voor hen onhoudbaar, worden kinderen depressief, ziek,…
Als ouder wil je dat jouw kind dit nooit overkomt. Toch is het evenmin een pretje als je hoort dat je kind zelf een pestkop is. Het doet pijn als anderen je kind beschuldigen, hoe lastig je kind thuis ook mag zijn. Je krijgt als ouder het gevoel dat je hebt gefaald. En – hoe zeer je ook je best hebt gedaan – hoe pak je zulk probleem dan best aan?
Vergeet ook niet dat kinderen die als “toeschouwer” worden beschouwd, onder pesten zullen lijden. Uit angst voor de pesters gaan ze meedoen aan pesterijen. Er ontstaat een klimaat van onveiligheid, waarin kinderen zich onoprecht en asociaal gedragen. Spontaan en vrij samen spelen en leren is er niet meer bij.
Zowel leerkrachten, ouders als kinderen zijn medeverantwoordelijk opdat het welbevinden van ieder kind optimaal blijft. Daarom is het belangrijk binnen onze school het pesten een halt toe te roepen.
Dit document is een overzicht van wat we noemen het actieplan tegen pesten. Het is een regelgevend systeem dat :
- duidelijk omschrijft wat we verstaan onder pesten;
- expliciet aanduidt dat we pesten niet tolereren;
- alle betrokkenen wil sensibiliseren door bewustmaking van de gevolgen van pestgedrag;
- beschrijft hoe het pestprobleem kan worden aangepakt;
- de rol van iedere betrokkene kadert.
- Wat is plagen en wat is pesten?
Vervelend doen/plagen |
Ruzie maken |
pesten |
Is onschuldig, gebeurt onbezonnen of spontaan, gaat soms gepaard met (al dan niet geslaagde) humor. |
Incidenteel |
Gebeurt berekend (men weet vooraf goed wie, hoe en wanneer men zal pesten), men wil bewust iemand kwetsen of kleineren. |
Is van korte duur of gebeurt slechts tijdelijk. |
Tijdelijk |
Is duurzaam : het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig (stopt niet vanzelf na korte tijd). |
Speelt zich af tussen gelijken (twee honden die vechten om hetzelfde been). |
Gelijke machtsverhouding |
Ongelijke strijd : ‘de pester ligt altijd boven’ (de onmachtsgevoelens van het slachtoffer staan tegenover het almachtgevoel van de pester). |
Is meestal te verdragen of zelfs plezant, maar kan evenzeer kwetsend of agressief zijn. |
Beide partijen zijn negatief. |
De pester heeft geen positieve bedoelingen, wil pijn doen, vernielen of kwetsen. |
Meestal één tegen één |
Tweerichtingsverkeer |
Meestal een groep (pester, meelopers, supporters) tegenover één geïsoleerd slachtoffer |
Wie welk kind plaagt, ligt niet vast; de tegenpartijen wisselen keer op keer. |
Meestal wisselend |
Neiging tot vaste structuur : pesters zijn meestal dezelfden, net zoals de slachtoffers (al gebeurt het dat zij door omstandigheden wisselen). |
Gevolgen |
|
|
“schaafwonde” of korte draaglijke pijn (hoort bij het spel); wordt soms ook als prettig ervaren (plagen is kusjes vragen) |
Hoort bij de vriendschap |
Indien niet tijdig wordt ingegrepen, kunnen de gevolgen (zowel geestelijk als lichamelijk) heel pijnlijk en ingewikkeld zijn en ook lang aanslepen. |
De vroegere relaties worden weer vlug ‘in orde’ gebracht. |
De ruzie of het geschil wordt gemakkelijk bijgelegd. |
Het is niet gemakkelijk om tot betere relaties te komen : het herstel verloopt moeizaam en moet worden begeleid. |
Men blijft opgenomen in de groep. |
Men blijft opgenomen in de groep. |
Isolement en grote eenzaamheid bij het gekwetste kind; aan de basisbehoefte om ‘bij de groep te horen’ wordt niet voldaan. |
De groep lijdt er niet echt onder; ze vindt vlug haar vroegere draai. |
De groep lijdt er niet echt onder; ze vindt vlug haar vroegere draai. |
De groep lijdt onder een dreigend en onveilig klimaat. |
- Ruzie maken mag?
Pesten is dus berekend iemand pijn willen doen, iets vernielen of iemand laten denken dat hij waardeloos is. En dat gebeurt telkens opnieuw! De pestkoppen zijn meestal dezelfden, de slachtoffers ook.
Ruzie maken mag… hoe raar dit ook klinkt. Het helpt kinderen om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Hoe ga je om met agressie, hoe onderhandel je, wanneer ga je te ver? Terwijl ze ruzie maken, zoeken ze immers hun positie in de samenleving. Kinderen worden sterker als ze het zelf kunnen oplossen. Er moet dus een zone blijven, waarbinnen ze kunnen plagen en ruzie maken.
- Waar en wanneer wordt vooral gepest?
Pesten komt vooral voor op momenten dat de klasgroep ontsnapt aan het toezicht van volwassenen : tijdens de speeltijd, in de gangen, op uitstappen, op weg naar school,…
- Hoe gebeurt pesten?
Vooral bij kinderen tussen 10 en 12 jaar komt pesten voor, maar dit sluit niet uit dat zelfs kleuters worden betrapt.
Een overzicht van enkele wijzen waarop pesterijen voorkomen :
- Woorden gebruiken als wapens : schelden, vernederen, vernederende opmerkingen maken,… wie een grote mond opzet, krijgt vaak respect. Verbaal pesten is ook makkelijk te gebruiken en laat geen bewijzen na.
- Vechten, slaan, schoppen,…
- Stelen en vernieling aanrichten
- Uitsluiten of negeren
- Steaming : een groep kinderen die een individu afdreigen, vernederen totdat hij geld of een voorwerp afgeeft.
- Cyberpesten : pesten via internet, sms of e-mail
- Beeld van de betrokkenen.
Het slachtoffer of de gepeste :
- staat afkerig tegenover agressie en geweld
- is meestal fysiek zwakker
- is eerder in zichzelf gekeerd
- is vaak angstiger dan andere kinderen
- durft niet voor zijn mening opkomen
- heeft een lage dunk van zichzelf
- voelt zich eenzaam
- zoekt vaak de leerkracht op, wat dan weer de pesters provoceert.
De pestkop :
- is vaak fysiek sterker dan het slachtoffer
- wil stoer doen en imponeren
- wil zichzelf bewijzen
- is impulsief en agressief
- kan moeilijk met de regels omgaan
- heeft een groot idee van zichzelf
- kan zich moeilijk inleven
- geniet respect maar in hoofdzaak uit angst, niet uit waardering
- zoekt aandacht op van de omgeving op een negatieve manier
De meelopers :
- doen mee om bij de groep te horen
- doen mee uit angst om zelf gepest te worden
- steunen soms het slachtoffer in persoonlijke contacten, maar zwijgen in groep
- Vooroordelen rond pesten.
Pesten zou vanzelf wel overgaan.
Fout! Wanneer er niets wordt aan gedaan, zal het enkel maar erger worden.
Je zou van pesterijen harder worden.
Plagerijen leiden tot enige hardheid, maar pesterijen “breken” slachtoffers. De gepesten worden overtuigd van hun minderwaardigheid en onzekerheid. Het pesten is dus geen stimulans, maar een belemmering van hun ontwikkeling.
Slachtoffers lokken het meestal zelf uit.
Ja en neen. Dit is soms het geval, maar het mag zeker niet veralgemeend worden.
- Signalen van slachtoffers en pestkoppen : hoe identificeren?
Signalen van slachtoffers :
- Ze lijken niet echt vrienden te hebben
- Ze worden vaak als laatste gekozen
- Ze geven een onzekere indruk
- Ze zien er ongelukkig uit
- Ze worden vaak uitgelachen
- Hun bezittingen worden beschadigd
- Ze komen niet graag naar school
Signalen van pestkoppen :
- Ze proberen te overheersen in allerlei situaties
- Ze zijn vaak tegendraads
- Ze aanvaarden geen tegenwerking
- Ze doen heimelijk
- Ze spotten, lachen iemand uit
- Ze intimideren
- Ze maken dingen stuk
- Ze roddelen
- Ze sluiten iemand uit
- Mogelijke gevolgen voor slachtoffer en pester
Als we beseffen wat de gevolgen kunnen zijn, gaan we zeker onze ogen niet sluiten voor de signalen. Het blijft niet bij blauwe plekken of een nachtje piekeren over een kwetsend woord. De pesterijen kunnen een leven lang iemand achtervolgen.
De gevolgen voor beide partijen zijn niet te onderschatten. Iedereen gaat lijden onder de pesterijen omdat de groepsgeest bedorven is.
Het slachtoffer kan :
- een minderwaardigheidsgevoel krijgen en zich daardoor onzeker gedragen
- amper nog voor zichzelf durven opkomen.
- zijn vertrouwen verliezen tegenover andere mensen.
- schoolangst hebben, maar ook andere angsten kunnen de kop op steken later in het leven.
- concentratiestoornissen ontwikkelen.
- geen initiatieven meer durven nemen.
- in het ergste geval depressief worden en later zelfmoordneigingen vertonen.
- minder goed presteren op school.
- …
Het kan dat de pester :
- op lange termijn geen echte vrienden meer over houdt.
- zich vastwerkt in de pestrol en ondanks positieve verandering in zijn gedrag vanuit zijn verleden als pester de grootste moeilijkheden ondervindt om een andere rol aan te nemen.
- op latere leeftijd in botsing komen met de maatschappij (crimineel gedrag, ontslag,…)
- moeite blijft ondervinden voor een goede omgang met anderen.
- Concreet uitgewerkt plan
Waarom een concreet uitgewerkt pestactieplan noodzakelijk is.
Kinderen durven vaak niet de stap zetten naar volwassenen om te zeggen dat ze worden gepest.
Veel voorkomende drempels zijn :
- Ze schamen zich voor wat ze overkomt.
- Ze zijn bang dat ze niet geloofd zullen worden.
- Ze vrezen nog ergere pesterijen uit wraak.
- Ze denken dat ze zelf de schuld zullen krijgen.
- Ze kunnen moeilijk inschatten welke handelingen of uitspraken accepteerbaar zijn.
- Ze vertellen niets aan de ouders of leerkracht omdat ze niet willen dat die zich zorgen maken.
Bij vermoeden van pesten, dienen wij als opvoeders onze aandacht te verhogen, nog beter te observeren. Vaak wordt bijlange niet alles verteld.
De aanpak op onze school als leerkracht…
10 vingers in de pap
Afspraak 1
Elke leerkracht heeft met de kinderen in het begin van het schooljaar een kringgesprek over groepsafspraken (bv. respectvol omgaan met elkaar). De meester of de juf laat duidelijk voelen dat negatief gedrag (o.a. pestgedrag) op onze school niet thuishoort en dat hij of zij niet zal nalaten de nodige maatregelen te nemen. Alle leerkrachten zullen pestgedrag afkeuren en signaleren aan de klastitularis, zorgcoördinator en directie.
In onze school wordt de zorgcoördinator aangeduid als vertrouwenspersoon.
Zij kan bemiddelen als leerkrachten een tweede opinie willen of wanneer leerlingen wensen te praten met een andere leerkracht. De leerlingen worden bij de start van het schooljaar geïnformeerd dat de zorgcoördinator de vertrouwenspersoon is op school.
Voor ouders is deze vertrouwenspersoon ook een duidelijk aanspreekpunt in de school bij pestgedrag. Dit wordt aan de ouders meegedeeld op de eerste ouderavond.
Afspraak 2
Bij de jaaropening met de ganse lagere school (in september) komt aan bod dat alle leerkrachten negatief gedrag sterk afkeuren.
Het opvoedingsproject wordt doorheen het ganse schooljaar als een nuttig instrument in de klas en in de schoolgebruikt. Er wordt aandacht geschonken aan de thema’s : vriendschap, verbondenheid, beleefdheid, eerlijkheid, vrede, evenwaardigheid en respect voor alles en iedereen.
Afspraak 3
Tijdens het klasgesprek in september maken we duidelijk dat kinderen altijd bij de leerkracht terecht kunnen met hun problemen. Hulp vragen is zeker niet hetzelfde als klikken.
Alle kinderen zijn verantwoordelijk om een pestprobleem aan te kaarten. Kinderen die dit willen doen, kunnen dit door onopgemerkt een briefje in de zorgklas te bezorgen. Toch prefereren we de mondelinge communicatie, omdat het probleem door vraagstelling meteen in kaart kan worden gebracht.
Afspraak 4
Bij melding van ruzie proberen we eerst om dader en slachtoffer de kans te geven het zelf bij te praten. Ze worden verplicht om vijf minuten met elkaar te praten en nadien terug naar de leerkracht te komen. Als er een oplossing is, dan vraagt de leerkracht om zichtbaar handen te schudden en sorry te zeggen.
Waarschijnlijk gaat het in zulke gevallen niet om echt pestgedrag, eerder om een ruzie. In de kleuterklasjes kan dit vaak worden opgelost door een handje te geven of een knuffel. Bij kleuters zal zulk een gesprekje waarschijnlijk ook moeten worden gestuurd.
Tip : laat de kinderen tijdens het gesprek elkaar steeds aanspreken met hun voornaam.
Besteed bv. in de godsdienstles tijd aan de wijze waarop je op een zorgzame manier met elkaar kan praten (niet schreeuwen, de ik-boodschap gebruiken, niet verwijtend…)
Afspraak 5
Op het moment dat beide partijen er niet uit komen of als het om werkelijk pestgedrag gaat, gaat de leerkracht of zorgcoördinator een verhelderingsgesprek aan en probeert nieuwe afspraken te maken. Deze afspraken worden genoteerd en opgevolgd vanaf afspraak 6. De kinderen krijgen de kans om zonder straf terug een positieve relatieop te bouwen.
Afspraak 6
Bij pestgedrag wordt altijd de zorgcoördinator op de hoogte gebracht, alsook de directie. Er wordt in het boek van de leraarszaal een beschrijving van melding genoteerd om dit bij het toezicht in de gaten te houden. Is er iets gebeurd tijdens de speeltijd, dan meldt de toezichthoudende dit meteen nadien aan de klastitularis. Het zorgteamneemt contact op met een ouder via telefoon en/of briefje in gesloten omslag. De ouders handtekenen dit briefjeals bewijs dat ze het hebben gelezen.
Afspraak 7
Bij herhaaldelijk ruzie / pestgedrag neemt de klasleerkracht duidelijk stelling en treedt bestraffing in werking.
De klasleerkracht oordeelt in eer en geweten of één of beide partijen de sanctie krijgt :
Voor kleuters is de opdracht voor de pester iets positiefs voor de gepeste te doen.
Voor de jongste kinderen lager is de opdracht een tekening te maken van hoe ze het de volgende keer zullen doen en 3 dingen te tekenen om het goed te maken.
De oudste kinderen lager schrijven een excuusbrief met volgend stramien :
- Wat is er gebeurd?
- Hoe voelde jij je daarbij?
- Hoe denk je dat de ander zich daarbij voelde?
- Wat liep er fout?
- Hoe zou je het in het vervolg oplossen?
- Som drie dingen op die je deze week zal doen om het goed te maken met de ander.
In de loop van de dag wordt deze straf op school gemaakt. De straf wordt ook aan de ouders doorgegeven.
Afspraak 8
Sociaal isoleren (time-out) is een zinvolle straf bij negatief gedrag. Dit kan door tijdens de speeltijd de leerling in de klas te laten zitten (de klasleerkracht geeft een taak). Het kan ook om de leerling tijdens de les apart te laten zitten. Dit zijn tijdelijke maatregelen om nadien met de leerling in gesprek te gaan.
Afspraak 9
Na de straf voor pestgedrag gaat de klasleerkracht nog eens een kort gesprek aan met de betrokken partijen (pester en gepeste) en gaat na of hij zich bewust is van zijn daden.
De excuusbrief-tekening wordt aan de zorgcoördinator afgegeven om in het dossier van de leerling te bewaren.
We maken de pester ook duidelijk dat een verandering in zijn gedrag ook opgemerkt zal worden en eventueel beloond met een schouderklopje of een aanmoedigend woordje, tenminste als hij/zij zich aan de regels houdt.
Indien we vinden dat de gepeste ook sociaal weerbaarder moet worden, dient ook met hem of haar een gesprek aangegaan te worden.
In moeilijk oplosbare situaties kan zowel voor daders en slachtoffers externe hulp worden ingeroepen (CLB) voor een sociale vaardigheidstraining, therapie.
Afspraak 10
In extreme gevallen kan een kind na de tuchtprocedure geschorst of verwijderd worden (zie schoolreglement).
Adviezen aan de ouders van de school…
Nog 10 vingers in de pap
Advies 1
School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Toch moet iedere partij waken over haar eigen grenzen. Het kan nooit de bedoeling zijn dat ouders op school (en ook niet aan de schoolpoort of op de weg naar school of thuis) eigenhandig het probleem willen oplossen. Er moet overleg zijn met de leerkrachten (voor of na de schooluren) en/of directie. In onze school werd ook de zorgcoördinator aangeduid als vertrouwenspersoon van de leerlingen. Ook de ouders kunnen dus steeds terecht met vragen bij de zoco, naast de eigen klastitularis of de directie.
Advies 2
Voor een pestgedrag op school blijft de inbreng van de ouder bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie en tot het ondersteunen van de aanpak van de school. Neem EERST contact op met de school alvorens in contact te treden met de ouders van de andere partij. De emotionele betrokkenheid bij uw eigen kind kan soms te groot zijn om een juist inzicht te krijgen.
Advies 3
Ouders maken thuis tijd om met hun kinderen over het probleem te praten en laten het kind duidelijk aanvoelen dat ze achter de aanpak van de school staan. Geloof samen met uw kind dat er een eind aan pesten kan komen.
Advies 4
Indien u erachter komt dat uw kind zijn probleem niet durft te melden op school, vragen wij u om uw kind in eerste instantie toch te stimuleren om naar de leerkracht toe te stappen. Pas als dit lukt, neemt u zelf contact op met de school.
Advies 5
Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat of in een hobbyclub, probeert u contact op te nemen met de organisatie aldaar om het probleem bespreekbaar te maken. Een school mag immers niet voor conflicten buiten haar eigen muren verantwoordelijk worden gesteld. Toch kan het geen kwaad om ook hiervan de school op de hoogte te brengen. Vaak breiden broeihaarden zich uit naar andere locaties.
Advies 6
Ouders geven zelf het goede voorbeeld hoe een conflict kan worden opgelost.
Advies 7
Stimuleer uw kind om voor zichzelf op te komen, maar ook voor anderen.
Advies 8
Geloof niet steeds alles wat uw kind zegt.
Tracht door gerichte vraagstelling en het aanhoren van alle partijen een mening te vormen. Pas dan kan u een oordeel uitspreken over uw zoon of dochter en eventueel over de pester.
Advies 9
Stimuleer uw kind zeker niet om het recht in eigen handen te nemen, zich arrogant of dominant te gedragen en zeker niet op een gewelddadige manier.
Advies 10
Indien uw kind op school reeds bestraft werd voor zijn daden, is het niet nodig om thuis nog een extra straf op te leggen. Wijs wel in een gesprek op de gevolgen van het pestgedrag en laat duidelijk uw afkeuring blijken. Reageer ook positief op elke gedragsverbetering, hoe bescheiden ook.
- Nuttige tips om pesten bespreekbaar te maken
Indien je te maken hebt met veel voorkomend negatief gedrag, kan i.s.m. de zorgleerkracht (en CLB) een sociogramafgenomen worden in de klas. Dit sociogram wordt als referentie gebruikt om doelgerichte acties te ondernemen.
In de school en in de bibliotheek zijn heel wat materialen aanwezig rond het anti-pest-thema :
- Verhalen, boeken met doe-tips,
- Activiteiten uit “doos vol gevoelens”
- Liedjes
- Relationele vorming in de basisschool van VVKBAO
- Anti-pest-kaarten (Fiep Westendorp)
- Map met allerlei rond sociale vaardigheden en levenshouding
- Axen in actie
- Concept relationele vorming in de katholieke basisschool
- Voorbij de hoge bergen, verhalen uit axenland – activiteitenmap
- De grote groene victormap
Je kan o.a. ook volgende websites raadplegen :
Gelezen en goedgekeurd door :
Het schoolteam de schoolraad de oudervereniging